De Nederlandse wedstrijdkalender is in dit coronaseizoen dun bezaait. Afgelopen vrijdag stond de eerste koers na de coronacrisis op het programma, maar dat was direct één van de belangrijkste: het Nederlands Kampioenschap voor beloften. Hoewel Joren Bloem en Sam Gademan zich rond de Drentse VAM-berg van voren lieten ziet, zat een topklassering er uiteindelijk niet in.
De organisatie van het NK Wielrennen moest van de Veiligheidsregio Drenthe aan zware voorschriften voldoen en dat was duidelijk zichtbaar. Het volledige parcours van ruim zeven kilometer was afgezet met hekken en er was strenge controle bij de toegangspoorten. Een peloton van honderd renners, een beperkt aantal begeleiders en slechts 250 toeschouwers waren welkom in Drenthe. Daarnaast moesten alle teams (renners en begeleiding) zich drie dagen voor de koers laten testen.
Het beperkte deelnemersveld van maximaal honderd renners was samengesteld op basis van het regelmatigheidsklassement over 2019. Dat betekende dat wij met vijf renners van start mochten gaan: Joren Bloem, Bastiaan de Blom, Sam Gademan, Rick Hezeman en Huub Deelstra.
In de omgeving van Wijster en Drijber was een lokale ronde van 7,3 kilometer rond de VAM-berg getekend die zeventien keer afgelegd moest worden. Het was draaien en keren en twee keer per ronde werd de Col du VAM beklommen: één keer een gedeeltelijke kasseienklim van 500 meter (gemiddeld 7%, maximaal 24%), gevolgd door een klim van 200 meter (12%). In combinatie met het smalle parcours was voorin koersen van levensbelang. Dat was dan ook de voornaamste boodschap in de voorbespreking.
Al in de eerste ronde was Bastiaan betrokken bij een valpartij. Door materiaalpech kon hij uiteindelijk niet meer terugkeren in het peloton. In dat peloton liet met name Joren zich ronde na ronde voorin het peloton zien. Hij toonde met goede benen teruggekomen te zijn uit de Poolse etappekoers Bitwa Warszawska. Ook Sam wist zich later in de wedstrijd beter voorin te positioneren. Hoe belangrijk dat was bleek vooral aan de achterzijde van het peloton, waar de deur wagenwijd openstond. Op het smalle parcours was het lastig om naar voren te schuiven en dat brak eerstejaars Rick uiteindelijk op. Joren moest in de finale nog van fiets wisselen na een valpartij, maar wist in rap tempo terug te keren in het peloton.
Voorin de koers waren eerder al vijf renners weggereden en uiteindelijk mochten deze renners om de zege gaan strijden. In een sprint van vijf was Stijn Daemen (A Bloc) uiteindelijk de sterkste. Sam, Joren en Huub finishten uiteindelijk als 30e, 32e en 41e, een uitslag die het sterke rijden van met name Joren niet helemaal een goede weergave van de dag is. Gijs Leemreize, die bij Jumbo-Visma onder licentie van Sensa-Kanjers voor Kanjers rijdt, werd knap zesde.
We zijn blij dat de eerste Nederlandse wedstrijdkilometers weer verreden zijn. Hopelijk volgen er dit seizoen nog een aantal koersen.