Interview: Jurriaan Vos maakt monsterrit van 500 kilometer

Of Jurriaan ‘zin’ had in een trainingsrondje van 500 kilometer… Het leek in eerste instantie een grapje, maar twee weken later om 4 uur in de ochtend vertrok hij samen met twee trainingsmaatjes voor een monsterrit door Nederland. ’s Avonds rond 22 uur was hij weer thuis. De conclusie was duidelijk: “Het was ‘leuk’ voor de afwisseling, maar dit doe ik niet zo snel nog een keer.”

Het was Europees Kampioen Teamsprint bij de beloften Koen van der Wijst die een paar weken terug met het idee op de proppen kwam. De coronaperiode zorgde voor een andere invulling van de trainingen en het leek hem mooi om een keer een extreem lange trainingsrit te maken. Ook BEAT-renner Marten Kooistra was enthousiast en het plan kreeg steeds meer vorm. De datum werd geprikt, de route werd zorgvuldig bepaald en de BMX-broers Niek en Justin Kimmann waren bereid om voor de verzorging vanuit een volgwagen op zich te nemen.

Kun je je voorbereiden op een rit van 500 kilometer? Jurriaan: “Eigenlijk niet echt, je lichaam is zo’n rit niet gewend. Het is vooral een mentale kwestie. De laatste dagen heb ik vrij weinig gedaan en wat meer geslapen. Verder heb ik extra op mijn voeding gelet en was het vooral stapelen.”

Slapen op de fiets
De eerste uren verliepen vrij soepel. “De eerste 250 kilometer waren prima te doen, mijn lichaam is dergelijke afstanden natuurlijk gewend van de wedstrijden.” Na 300-350 kilometer werd het lastiger. “Mijn benen bleven ronddraaien, maar mijn ogen vielen dicht. Al fietsend viel ik in slaap, een hele vreemde gewaarwording. Dat was eigenlijk het lastigste moment. Met veel cafeïne en guarana kwam ik er weer een beetje bovenop.” 

Sociaal gezien was het geen gezellige rit, want de drie musketiers reden vooral met z’n drieën op een rij. “We konden geen gesprekken voeren, maar hielden elkaar uit de wind. Dat kwam ook wel goed uit, want we hadden alle energie nodig om de energiehuishouding op pijl te houden.”  Rond 22 uur keerden ze weer terug op de vertreklocatie: Otterlo. Een uur later dan gepland, omdat er onderweg vanwege de hoge temperatuur een paar keer extra gestopt moest worden voor het vullen van de bidons.

“Een mooie uitdaging in deze coronatijd”, noemt Jurriaan zijn monsterrit. “Voor nu was het leuk, maar ik zal het niet zo snel nog een keer doen.”