Interview: Sven Tellegen traint om ‘koppie leeg te maken’

Vanuit het Isala Ziekenhuis kijkt hij elke werkdag uit op de finishlocatie van de Ster van Zwolle. Ironisch genoeg de enige koers die Sven Tellegen dit seizoen reed. Kort daarna kwam Nederland tot stilstand door corona. Ook het net begonnen wielerseizoen werd logischerwijs abrupt stilgelegd. Trainen kreeg voor Tellegen plots een nieuw doel: “Het helpt me om mijn koppie leeg te maken.”

Niemand weet wanneer de eerstvolgende koers verreden wordt. Dagelijks lezen we de berichten van koersen die van de kalender verdwijnen. Fit blijven is het motto, maar hoe doe je dat in deze onzekere tijd zonder concrete doelen? Tellegen is teruggevallen op zijn wintertrainingen: “Op dit moment doe ik vooral duurtrainingen, afgewisseld met andere sporten zoals hardlopen. Net waar ik zin in heb. Het is vooral belangrijk om fit te blijven, zodra er zicht is op eventuele koersen kan ik snel omschakelen naar intensievere trainingen.”

De 21-jarige coureur uit Hattem werkt enkele dagen per week als logistiek medewerker op de OK in het Isala Ziekenhuis in Zwolle. “Ik ben verantwoordelijk dat specialisten tijdens een ingreep alle benodigde instrumenten op de juiste plek hebben liggen. In deze periode zijn de meeste operaties geschrapt en worden er uitsluitend spoedoperaties uitgevoerd.” De focus ligt in de ziekenhuizen nu vooral op de IC en dat geldt ook voor veel zorgpersoneel. Tellegen ondersteund nu de IC-verpleegkundigen: “Denk aan het aanvullen van de voorraden, medicatie en infuuszakken.”

Hoewel Tellegen niet direct in aanraking komt met corona-patiënten merkt hij wel dat de impact groot is. “Iedere dag is weer speciaal en er wordt enorm veel van zorgpersoneel verwacht. Maar iedereen zet voor meer dan honderd procent de schouders eronder. Het is bijzonder daar onderdeel van te zijn.” Wielrennen helpt Tellegen om de balans te houden. “Het is heerlijk om in deze tijd op de fiets te stappen. Even de gedachten op iets anders en het koppie leeg maken. Koersen komt echt wel weer, we weten alleen niet wanneer.”